Flesweigeren
Als een gezonde, op tijd geboren baby probleemloos aan de borst heeft gedronken, maar er niet of niet meer in slaagt om stabiel en succesvol uit de fles te drinken dan noemen we dat ‘flesweigeren’. De term ‘flesweigeren’ wekt de suggestie dat het probleem wordt veroorzaakt, doordat de baby niet (meer) uit de fles wil drinken. Inmiddels weten we dat er geen sprake is van enkel ‘weigeren’, maar dat het probleem wordt veroorzaakt door de overgang van reflexmatig drinken naar het drinken vanuit een bewuste en willekeurige beweging. Het drinken uit de fles vraagt een andere motorische beweging dan het drinken aan de borst.
Hoe leert een baby aan de borst of uit de fles drinken?
​
​Vanaf de geboorte beschikt een baby over voedingsreflexen (de palmomentaalreflex, de tepelzoekreflex, de zuigslikreflex en de transverse tongreflex), een natuurlijke manier om te overleven. Zonder deze reflexen zou een baby niet in staat zijn om voeding tot zich te nemen in de eerste paar weken. Vlak na de geboorte zijn de reflexen zo sterk, dat de baby min of meer zelf de weg naar de borst zou kunnen vinden (de babycrawl). Als ouders naast de borstvoeding ook voeding met de fles willen geven, maakt het bij pasgeboren niet of nauwelijks uit welke fles of speen daarbij gebruikt wordt. Fabrikanten proberen van alles te verkopen, maar er is geen enkele speen, die lijkt op een moederborst. In de loop van de eerste 3 tot 6 maanden doven de voedingsreflexen langzaam uit en wordt het drinken steeds meer een bewuste en willekeurige beweging. Op dat moment kunnen er problemen ontstaan met het drinken uit de fles.
Hoe is de methode flesweigeren ontstaan?
​
​Vanaf 2000 zet Lidwine zich in om (aanstaande) moeders, die borstvoeding (willen gaan) geven te ondersteunen en van informatie te voorzien. Eerst als vrijwilliger van de Vereniging Borstvoeding Natuurlijk, vanaf 2008 vanuit de maatschap Borstvoeding Brabant. Naast de vragen met betrekking tot de borstvoeding, kreeg zij ook regelmatig vragen over de combinatie van borst- en flesvoeding als moeders weer aan het werk gingen. Om die moeders verder te kunnen helpen, heeft Lidwine in 2010 de scholing Eet- en drinkproblemen bij jonge kinderen aan de HAN gevolgd en aansluitend haar praktijk opgericht. Vanaf die tijd is zij haar aanpak systematisch gaan bijhouden en heeft zij een methode ontwikkeld voor het probleem flesweigeren. Lidwine heeft inmiddels meer dan 600 baby’s succesvol behandeld met deze methode. Om de methode, die zij heeft ontwikkeld, beter te onderbouwen, zijn een kwalitatief en kwantitatief onderzoek gedaan. De resultaten van deze onderzoeken gaven weer nieuwe inzichten en handvatten voor verdere verbetering.
​
Wilt u meer informatie over flesweigeren en de manier waarop u dit probleem wellicht zelf kunt oplossen? Klik dan hier en lees meer over dit onderwerp in mijn artikel.
​
Wat doet de logopedist?
In eerste instantie vindt een intakegesprek plaats met de ouders, waarin de voorgeschiedenis en de hulpvraag wordt besproken. Door onderzoek naar de anatomie, de motoriek, de reflexen in en rond de mond en observatie van de flesvoeding wordt gekeken welke problemen zich voordoen. Aan de hand van de bevindingen naar aanleiding van de observatie en het onderzoek vindt een adviesgesprek plaats. Voor de behandeling wordt het plan van aanpak met u besproken.
​
Tijdens de behandeling krijgt u hulp en advies met betrekking tot het materiaal dat het beste aansluit bij de mogelijkheden van de baby, de voedingshouding en de wijze waarop u de fles het beste kunt aanbieden. Het gaat hierbij niet om losse tips en adviezen, maar om een totaal plan van aanpak.